Nieuwbouw klimtoren ‘Bjoeks’ Kardinge

Groningen

Het bedrijf POLSAR KLIMELEMENTEN te Groningen gaf reeds eerder in 1996 het bureau J.P.MOEHRLEIN architekt opdracht voor het ontwerpen van een indoor-klimhal inclusief restaurant voor alpinisten op een kavel in Kardinge aan het Bieskemaar in het stedenbouwkundige plan ‘Recreatiepark Noorddijk’, een ontwerp van de Amsterdamse landschapsarchitecten Bakker & Bleeker. Het programma van eisen vroeg om hellende wandvlakken onder verschillende hellingshoeken voor het aanbrengen van klimroutes met uiteenlopende moeilijkheidsgraden. Dit was aanleiding om aan de buitenkant van het gebouw zichtbaar te maken welke helling het wandvlak aan de binnenkant heeft. Zomers kan ook aan de buitenkant van het gebouw worden geklommen.

Toch ontstond vanwege het enorme succes van de klimhal behoefte aan meer oppervlak voor buitenklimmers, waarbij het ook de bedoeling was internationale klim-wedstrijden te kunnen houden.

J.P.Moehrlein ontwierp de hoogste klimtoren van Nederland met een hoogte van 39 meter in de vorm van een slankoogend, ‘geknikt mes’, wat onder een hellingshoek symbolisch naar de stad Groningen en haar beroemde Martinitoren wijst. Hierdoor kwam de overhellende zijde, dus ook de moeilijk beklimbare kant in de zon te staan en de ‘makkelijke’ hellende zijde meer in de schaduw. Hiermee zijn de internationale klimtoernooien goed voor de toeschouwers en camera’s te volgen.

Door de prisma-achtige vorm oogt de klimtoren perspectivisch gezien vlijmscherp, terwijl de werkelijk beklimbare breedte bijna 8 meter is.

Het bijzondere aan het object is de ingenieuze staalconstructie welke als een soort ‘vakwerkligger’ is ontworpen en door een enorme betonfundering momentvast is verankerd. (Zie ook ‘Nederlands Staalprijs 2005.)

Citaat uit het Verslag vakjury ‘Dag van de architectuur 2005’ :

“Een in eerste instantie constructief object met een eenduidige functie (klimmen) is door de architect zodanig vormgegeven en bekleed dat het object een sculpturale kwaliteit heeft gekregen. Het ontwerp leidt tot spannende hoeken en lijnen, en de keuze voor de kleur draagt bij aan de rol van het object als baken voor het klimcentrum in Kardinge.”